Skip to main content
november 20, 2024

‘Een kijkje in de toekomst’

Jongerenexcursie rondom thema emissie en techniek

Techniek boeit! Dat bleek wel tijdens de jongerenexcursie op 8 november, waarbij zo’n 35 jonge fruittelers zich onderdompelden in de wereld van emissie en (spuit)techniek. Ook werd duidelijk dat thema’s als driftreductie en bladbedekking nog volop uitdagingen met zich meebrengen. Daarbij is precisiefruitteelt voor sommige jonge (toekomstige) ondernemers een hele logische keuze, terwijl dit onderwerp bij anderen nog veel vragen oproept.


De bijeenkomst, die werd georganiseerd door de NFO in samenwerking met de Fruit Tech Campus Young Fruit Pro (Powered by FruitMasters), draaide om de thema’s emissie en spuittechnologie. Relevante onderwerpen in deze tijd, waarin het de uitdaging is om de drift en emissie zoveel mogelijk te beperken en tegelijkertijd een zo nauwkeurig mogelijke bladbedekking en optimaal spuitresultaat te behalen. “Deze materie is bepalend voor de toekomst van de fruitteeltsector”, stelde Lisanne van Haarlem van de Fruit Tech Campus Young Fruit Pro bij de opening van de middag. “Ook omdat er steeds meer gewasbeschermingsmiddelen wegvallen of deze minder vaak mogen worden toegepast.”

Robottrekkers

Als eerste werd AgXeed in Grubbenvorst aangedaan. Dit bedrijf ontwikkelde en produceert de AgBot; een robottrekker die kan worden gecombineerd met standaard werktuigen en waarmee volledig autonoom werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Veel van deze robots worden reeds ingezet in de akkerbouw, onder meer voor bodembewerking. “In 2020 kwamen we met het eerste prototype van de robot, in 2021 volgde de eerste echte robot en inmiddels hebben we meer dan 90 machines gebouwd. Hiermee zijn al bijna 40.000 autonome draaiuren gemaakt”, vertelde Philipp Kamps van het bedrijf. Het perceel- en databeheer van de AgBots is ondergebracht in een speciale portal. Hier kunnen ondernemers onder meer zien waar de robot zich bevindt, welke taken waar zijn uitgevoerd en welke taken staan ingepland. 

Autonoom opererende boomgaardspuit

Hoewel AgXeed startte in de akkerbouw, heeft het bedrijf inmiddels ook de stap naar de fruitteelt gemaakt. In samenwerking met Hol Spraying Systems (HSS) is een Agbot 2.055W3 aangepast voor en gecombineerd met de HSS-boomgaardspuit. Op deze manier kan de machine autonoom spuitwerkzaamheden uitvoeren. Hendrik Hol van HSS vertelde tijdens de bijeenkomst dat wereldwijd inmiddels twaalf van dergelijke machines zijn verkocht, waarvan één in Nederland. Doordat de machine is uitgerust met de Pulse Width Modulation (PWM)-module openen en sluiten de spuitdoppen snel en wordt alleen daar gespoten waar blad aanwezig is. “Hierdoor kan 20 procent worden bespaard op gewasbeschermingsmiddelen en is de machine ingedeeld in de DRT-klasse 99%”, gaf Hol aan.

De jonge fruittelers vroegen zich onder meer af hoe het zit met het vullen van de spuit en of dit ook al automatisch gebeurt. Dat is volgens Hol nu nog niet het geval, maar zit wel in de pijplijn voor 2026. Daarnaast kwam de vraag hoe het rijden met autonome boomgaardspuit verliep tijdens het afgelopen natte voorjaar. “De machine, die leeg 3200 kilo weegt, heeft niet stilgestaan”, zei Hol. “Ook hebben we er geen sporen mee gereden.”

Mooi spul

De autonoom opererende boomgaardspuit inclusief GPS vergt een investering van 185.000 euro. Dat is volgens Hendrik Hol zo’n 75.000 euro meer dan een standaard trekker. “De machine wordt economisch interessant wanneer deze minimaal 700 motoruren per jaar kan draaien”, vertelde hij. “Dat betekent dat je een oppervlak van minstens 25 tot 30 hectare moet kunnen behandelen. Wanneer je dan 20 procent minder middelen nodig hebt en dus 700 arbeidsuren per hectare bespaart, kan de meerprijs van een machine binnen drieënhalf tot vier jaar worden terugverdiend.” 

In de discussie rondom de inzet van spuittechniek, haalde een aanwezige teler ook aan dat het goed zou zijn als er meer focus zou komen te liggen op de effectiviteit van boomgaardspuiten in plaats van op driftreductie. “Wanneer een spuit goed werkt, ben je effectiever en hoef je dus ook minder te spuiten. Daarbij is de drift in de fruitteelt sowieso minimaal, omdat er bijna overal windhagen rond de percelen liggen.”

Sommige aanwezigen gaven aan dat het feit dat de autonome boomgaardspuit slechts één rij per werkgang kan meenemen een nadeel is. “Wij hebben 95 hectare fruit en werken met 3-rijige spuiten. Wanneer je maar één rij per keer kunt doen, moet je wel heel veel machines hebben om alles in één dag gedaan te krijgen”, zo zei één van de jongeren.

Tijdens een rondgang door de productie waren de jongeren onder de indruk.  “Mooi spul, joh!” Toch gaven diverse aanwezigen aan nog niet meteen aan de slag te willen met de robottechnologie. “Ik heb nog onvoldoende inzicht in wat zo’n autonoom opererende boomgaardspuit precies kan en wat de meerwaarde is”, zo zei één van de jongeren.

Jelte van Riel uit Biddinghuizen gaf aan dat het nog te vroeg is om te investeren in een dergelijke machine. “De techniek moet voor ons nog verder worden doorontwikkeld. Maar het zal in de toekomst wel deze kant op gaan. Daarom vind ik het leuk om dit soort bedrijven te bekijken. Ik zie het als een kijkje in de toekomst, heel interessant.”

Homogene boomgaard

De tweede en laatste stop was bij Munckhof Fruit Tech Innovators, ook in Horst. Hier kregen de jongeren uitleg over de spuiten en machines die het bedrijf ontwikkelt. Er was onder meer uitgebreid aandacht voor de VariMAS drie-rijige boomgaardspuit met variabele luchtondersteuning, met 99% driftreductie. Om deze reductie te realiseren, moet het zogeheten randrijprotocol van Munckhof worden gevolgd. Verder werd ingegaan op wat er al mogelijk is op het gebied van precisietechnieken – bijvoorbeeld aangaande spuiten, bloesem dunnen en wortelsnijden op basis van taakkaarten – en welke nieuwe ontwikkelingen in de pijplijn zitten. Tom Verhaegh van het bedrijf benadrukte dat het doel van Munckhof vooral is om fruittelers te helpen om hun opbrengsten te optimaliseren en een homogene boomgaard te creëren. “Hoe homogener de boomgaard is, hoe beter jullie de arbeid kunnen inschatten en hoe beter de kostprijs binnen de perken kan worden gehouden.”

Er ontstond ook een discussie rondom de vraag wat een goede bladbedekking is in relatie tot de effectiviteit van een bespuiting. Hierbij werd duidelijk dat hier nog geen sluitend antwoord op is, alhoewel wel duidelijk is dat de spuit zowel de boven- als de onderkant van het blad moet raken. 

Terugverdientijd

Daarnaast werd ingegaan op de ontwikkelingen rond de Pluk-O-Trak-oogsthulp van Munckhof, die inmiddels ook beschikbaar is in een elektrische en hybride variant. In dit laatste geval wordt de accu, wanneer deze leeg is, bijgeladen door een generator. “Daarnaast zijn we bezig met de ontwikkeling van een automatische kistenwagen”, vertelde Jelle Stappers van Munckhof. “Hierdoor zal straks geen handarbeid meer nodig zijn om de kisten vanaf de Pluk-O-Trak op de wagen te krijgen.”

Via het M-connect-systeem, dat aan de oogsthulp is gekoppeld, kan een breed scala aan oogstdata worden geregistreerd. “Je krijgt dus een goed inzicht in de plekken binnen je perceel die minder of meer productie geven. Deze informatie helpt om de groeiomstandigheden te optimaliseren.”

Stappers gaf tot slot nog informatie over een rekenmodel dat inzicht geeft in de kosten, meerwaarde en terugverdientijd van precisietechnieken. Dit model werd ontwikkeld door HAS-student Luuk Thijssen. “In zijn algemeenheid zien we dat de terugverdientijd van dergelijke technieken superkort is.”

Rondleiding

Na de presentaties kregen de jongeren een rondleiding door de fabriek van Munckhof, waar onder meer de Pluk-O-Traks worden gebouwd. Jeroen de Jong uit Meteren – één van de aanwezige jongeren – gaf aan veel interessante dingen te hebben gehoord tijdens de middag. “We willen op termijn zeker meer gaan doen met precisietechnieken. En ook een machine als de Pluk-O-Trak is interessant, vooral vanwege de arbeidsbesparing die je hiermee kunt realiseren. Het vinden van goede mensen wordt immers steeds lastiger.”

De jongerenexcursie was onderdeel van praktijkprogramma ‘Weerbaarheid in de praktijk’.